Zimbabwe: wat een land!
Door: Judith Zuiderwijk
Blijf op de hoogte en volg Judith
30 Mei 2017 | Zimbabwe, Dete
Wát een land, Zimbabwe… We hebben er een geweldige tijd gehad bij de Sable Sands Lodge, waar we drie weken gewerkt en gewoond hebben, tussen de leeuwen, olifanten en allerlei andere wilde dieren. Het was prachtig! Af en toe gingen we erop uit, als we de jongens mee kregen, want die vermaakten zich prima bij de lodge. Een aantal keren bezochten we Dete, het dichtstbijzijnde dorp, eenmaal Hwange, een uur verderop en eenmaal Victoria Falls, de grote toeristenstad 160 km verderop. Elke 30 kilometer kwamen we wel een roadblock tegen, olievaten op de weg met politieagenten erbij. Zij zijn er officieel om de verkeersveiligheid te bewaken, maar sommigen proberen ondertussen zoveel mogelijk boetes op te leggen om de partijkas van Mugabe te vullen of hun eigen zakken. We zagen er, voor we naar Zim vertrokken, erg tegenop, maar in de praktijk was het een spel waar we de lol wel van in gingen zien. In Botswana hadden we extra gevarendriehoeken en blandblussers aangeschaft en gekeken of alle stickers op de auto wel exact rood-wit met honingraatpatroon waren. Als de agenten in kwestie ons aardig genoeg vonden, kwamen we er over het algemeen wel mee weg. Dus voerden we gezellige gesprekjes over Engels voetbal, Robin van Persie of de hoeveelheid wilde dieren langs de weg, al naar gelang de interesse van de betreffende politieagent. Maar lukte dat niet, dan stelde Steef zich streng op, vroeg naar de lijst met bekeuringen en ging de discussie of onderhandeling aan over de hoogte van de bekeuring. Zo was een boete van 10 US dollar best te halveren en redden we het uiteindelijk met twee bekeuringen van 5 US dollar over de honderden kilometers die we door het land gereden hebben. Naast corrupte politieagenten merkten we sowieso dat mensen vaak een willekeurige prijs noemen, ook op plaatsen waar je het niet verwacht, zoals in hotels of bij de entree van een national park. Zo betaalden twee Nederlandse toeristen 15 dollar voor een park waar wij maar 8 dollar betaalden. Heel vreemd, maar tegelijkertijd fascinerend om te zien hoe dat eraan toe gaat. Helemaal gek is het niet, want het land kampt met een enorm gebrek aan valuta. Bepaalde mensen sluizen de Amerikaanse dollars het land uit, waardoor er een groot tekort is. Zo kan het dus voorkomen dat je voldoende geld op de bank hebt, maar geen pinautomaat kunt vinden waar nog geld uit komt. Of dat je je boodschappen in de supermarkt wilt afrekenen, maar dat er geen kassa is waar men geld terug kan geven. We zagen een dame die van rij naar rij ging, anderhalf uur lang, tot ze een kassa vond die haar wisselgeld kon geven. Naast de Amerikaanse dollar, het officiele betaalmiddel van Zimbabwe, is er nu ook de Zimbabwaanse bond, die door geen bank of land erkend wordt, maar toch als betaalmiddel geldt, omdat er te weinig dollars zijn. En verder wordt er veel geruild. Vandaag nog kocht Rens oude bankbiljetten van 50 biljoen Zimbabwaanse dollar voor koekjes en water. Vergeleken met Namibie en Botswana zijn de spullen in de winkels hier tweemaal zo duur. Veel wordt vanuit Zuid-Afrika gehaald, maar ook dat wordt steeds vaker een probleem, omdat mensen geen spullen in het buitenland meer mogen kopen, om het geld maar in Zimbabwe te houden. Met als gevolg dat er ook een gebrek aan spullen in de winkels is ontstaan. Allemaal erg onhandig en slecht voor het land, maar helaas wel de realiteit. Verder is het gewoon een ontzettend leuk land, heel mooi en heel vriendelijk. We hebben maar een klein stuk gezien (het Westen), maar ook de rest van het land moet prachtig mooi zijn. Er lijkt weinig geregeld: om de national parks staan geen hekken en ondanks de wilde dieren mag je overal rond wandelen en hoef je geen liability formulieren in te vullen. Gisteren zagen we in het prachtige rotsgebied van Matopos een route naar de top van een berg. Die wilden we beklimmen, maar bleek zó levensgevaarlijk steil en glad te zijn, dat we voortijdig terug moesten keren. Ondenkbaar in Nederland om zo’n route aan te geven zonder omschrijving van de gevaren. Dat heeft ook wel weer zijn charme, al was het in dit geval wel erg spannend om vooral Guus weer ongeschonden beneden te krijgen. Inmiddels zijn we in Botswana en zijn de bovengenoemde perikelen verleden tijd. We hebben voldoende Pula’s, en als ze op raken, pinnen we ze gewoon weer bij. Nog ruim twee weken te gaan, waarin we in rustig tempo afzakken naar Johannesburg. Op 15 juni landen we weer op Nederlandse bodem. Maar eerst nog even vol genieten van alle Afrikaanse avonturen!